Frans


Help! Hoe studeer ik Frans?

Voor de meeste onder jullie is Frans een nieuwe, onbekende taal. Hierdoor is het in het begin soms best moeilijk om de woordjes te leren. Hieronder vind je een heleboel tips die je kunt gebruiken bij het studeren van de woordjes. Zo lukt het jullie zeker en vast!

 

1.     Groepjes maken

 

Probeer niet in één keer alle woorden die je moet leren te onthouden. Verdeel de lijst in groepjes van bijvoorbeeld 7 woorden. Leer eerst één groep. Ben je daarmee klaar, ga dan pas aan de slag met de tweede groep. Ken je de tweede groep woorden ook? Ga dan verder met het volgende groepje, enz. Als je al je groepjes hebt geleerd, overloop je nog eens alle woorden.

 

Tip: Maak een grote tabel en vertaal het woord. Bedek telkens bij het oefenen de kolom ervoor waar je al geschreven hebt. Zo zie je welke woorden je vaak fout schreef en welke schrijffout je maakte. Die moeilijke woorden kan je aanduiden met fluo zodat je die regelmatig blijft herhalen, het hele jaar door.

 

Groep 1

 

 

 

 

1.

goedendag

 

 

 

 

2.

ik

 

 

 

 

3.

jij

 

 

 

 

4.

nee

 

 

 

 

5.

een

 

 

 

 

6.

twee

 

 

 

 

7.

drie

 

 

 

 

 

Groep 2

 

 

 

 

8.

vier

 

 

 

 

9.

vijf

 

 

 

 

10.

zes

 

 

 

 

11.

zeven

 

 

 

 

12.

acht

 

 

 

 

13.

negen

 

 

 

 

14.

tien

 

 

 

 

 

Groep 3

 

 

 

 

15.

 

 

 

 

 

16.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.     Lidwoorden

 

Studeer altijd meteen hen lidwoord samen met het woord! Vind je het moeilijk om te onthouden of het un of une / le of la is?

  • kleur dan tijdens het studeren telkens de mannelijke lidwoorden blauw en de vrouwelijke lidwoorden rood.
  • Orden de woorden in groepen (zie 1.) per lidwoord. De woorden met ‘un’ of ‘le’ samen en de woorden met ‘une’ of ‘la’ samen.

 

3.     Kaartenbak

 

Per unité krijg je een blad met kaartjes die je kan gebruiken om te studeren. Op de ene kant staat het woord in het Frans, op de ommezijde de betekenis in het Nederlands. Stop die kaartjes in een bakje of doosje met 4 vakken. Telkens je de woorden gaat studeren herhaal je ook de woorden uit de kaartenbak. Alle woorden starten in het eerste vak. Je neemt er een kaartje uit, je vertaalt het woord mondeling naar het Frans en je schrijft het op in je studeerschrift. Nadien controleer je of de schrijfwijze correct is. Is het juist? Dan mag je dit kaartje in het volgende vak steken. Heb je het fout dan steekje het kaartje terug in het eerste vakje. Dit doe je tot het kaartje in vakje vier zit. Dan ken je het woord en mag het uit de doos!

 

4.     Websites

 

Werkwoorden oefenen:

https://www.verbuga.eu/Mise/Mise.html

Begrijpend luisteren:

https://www.stephyprod.com/video-enfant/

Uitspraak:

https://www.youtube.com/watch?v=0lAZFuU0Js8&list=PLU4LpGoJPxYZl0VXSkCmxhQSO7XCXZ1R7

Woordenschatspelletjes:

https://fransoefenen.blogspot.be/

Leuke activiteiten (gevorderden):

https://www.edu365.cat/primaria/muds/frances/#

Woordenschat (overhoorprogramma’s):

https://patatifed.be/activiteiten/gebruik-een-programma-dat-je-overhoort/ 

https://wrts.nl/

 

5.     Tijd

 

Studeer liefst niet langer dan ongeveer 15 minuten aan één stuk, want na een lange tijd lukt het niet meer de woorden te onthouden. Je studeert veel beter 3 x 15 minuten! Tussendoor kan je pauze nemen of ander huiswerk maken.

 

6.     Herhaling

 

Herhaling is bij het leren van een taal heel belangrijk. Herhaal regelmatig de woorden uit vorige hoofdstukken of werk met de kaartenbak!